Jonge topsporters uit de regio Heerenveen krijgen aan het TAlentencollege van OSG Sevenwolden onderwijs dat is aangepast aan hun levensstijl. Alex De Lange is van origine Economie en M&O docent en heeft vanaf het eerste begin van het Talentencollege ervoor gezorgd dat zijn leerlingen hun topsportcarrière konden combineren met hun middelbare schooltijd.
Na het interview met één van Alex’ leerlingen, paralympisch medaillewinnares Liesette Bruinsma, vroegen wij Alex hoe het onderwijs op het Talentencollege is vormgegeven rond de levens van deze ambitieuze jonge sporters.
Hoe is het Talentencollege ontstaan?
"Wij hebben als opdracht gekregen om een concept te ontwikkelen waarbij tijd- en plaats onafhankelijk onderwijs rondom topsport gefaciliteerd zou worden, dit hebben wij in samenwerking met Kennisnet ontwikkeld. Zeven jaar geleden zijn we begonnen met het Talentencollege, dit is een losse entiteit die officieel valt onder Sevenwolden. De leerlingen krijgen een diploma van Sevenwolden en de vakcoaches zijn docenten van Sevenwolden, die wij formeel gezien inhuren".
Kun je ons vertellen hoe jullie het onderwijs hebben vormgegeven voor de topsportleerlingen?
"Alle niveaus en jaarlagen werken allemaal zelfstandig in dezelfde ruimte. We hebben 40 topsportleerlingen. Zij krijgen geen les, maar maken afspraken met vakcoaches. Samen gaan ze aan de slag met vragen over de inhoud en de toetsing. Als school willen wij de leerling naar het volgende leerjaar helpen, maar het doel is met name om ervoor te zorgen dat ze alles beheersen, zodat ze uiteindelijk een goed examen kunnen maken. De leerlingen hebben hierin veel vrijheid. Ik ben als studiecoach een soort supermentor. Ik begeleid de leerlingen met hun planning, met veel vakken help ik ze inhoudelijk op weg en samen houden we de resultaten in de gaten".
Hoe werken jullie met leerlingen die vaker af- dan aanwezig zijn?
"Dit maakt in principe niet uit, want iedereen heeft zijn eigen planning. Elke vakcoach levert een planning aan met 25 tot 40 taken per jaar, aan de hand daarvan maak ik met de leerling een jaarplanning. Wekelijks kijken we samen naar een overzicht met staafdiagrammen, waarin we zien of de leerling het vak en de vaardigheden op niveau beheerst.
Vervolgens bepalen we dan of de leerling vooruit kan, of juist dingen moet herhalen. Liesette leert talen bijvoorbeeld fonetisch. Hierdoor is schrijven en lezen lastiger. Daarom leert zij ook braille, hierdoor kan ze luisteren en lezen tegelijk. Liesette zit in 5 vwo, maar zit bij Engels nu nog op 4 vwo-niveau".
Uit ons interview met Liesette werd duidelijk dat Liesette een behoorlijk slim meisje is. Hoe werkt jullie concept voor leerlingen die minder makkelijk leren?
"Bij Liesette is het onderwijs voor vakken die ze goed kan lezen vraag gestuurd. Zij bereidt de stof zelf voor en kan vervolgens direct op de inhoud vragen stellen. Bij een mavoleerling is het onderwijs meer docentgestuurd en coachen wij directiever. In wezen is er meer begeleiding nodig, maar juist door ze op een volwassen manier aan te spreken zijn ze wel instaat om zo te werken. In plaats van te gaan mopperen dat ze bijvoorbeeld niet kunnen gaan plannen, gaan wij ervanuit dat ze deze vaardigheid nog moeten ontwikkelen. Daarin coachen wij ze dan. Ook zien wij het als onze taak om met hen te evalueren en te plannen. Waarom ging het goed? Waarom heb je dat niet gedaan? Het maakt ons niet uit als ze een afspraak niet nakomen, het maakt ons alleen maar uit als ze een afspraak niet nakomen en er niet voor uitkomen".
21st century skills, zoals zelfevaluatie, zijn dus heel belangrijk voor het type onderwijs dat jullie bieden?
"De onderliggende factoren die ons concept van tijd- en plaats onafhankelijk onderwijs succesvol maken zijn vaardigheden waar je gewoon je hele leven iets aan hebt. Je zou willen dat dit op elke school gebeurt. Leerlingen moeten open en eerlijk zijn, ze moeten communiceren, ze moeten bedenken waarom het niet goed gaat. De jaarplanningen en de gezamenlijke bespreking van de voortgang zijn hiervoor een belangrijk middel. Dit moet je wel hebben als je leerlingen aan het stuur wil zetten van hun eigen leerproces.
Het is natuurlijk wel bijzonder dat zoiets dergelijks op basisscholen veel normaler is. Daar werken leerlingen vaak met weektaken, zodat ze zelfstandig kunnen werken. Zodra ze op de middelbare school komen wordt opeens per minuut gezegd wat een kind moet doen. Het wordt dan wel makkelijk om als leerling als consument in de klas te zitten".
Toen ik Liesette vroeg naar haar proces, zij zei: “Het is mijn eigen verantwoordelijkheid of ik mijn diploma wil halen. Ik doe het niet voor school, ik doe het voor mezelf. Als mensen dat niet inzien, kunnen ze niet aan dit soort onderwijs beginnen.” Hoe zou je die instelling van eigenaarschap kunnen verkrijgen bij leerlingen die niet de noodzaak hebben?
"Ik vind het mooi dat Liesette het zo zegt. Als het moet, kunnen veel meer kinderen het. Met andere woorden, als het systeem zo is dat het niet anders kan, gebeurt het vanzelf. In een reguliere setting is dat lastiger. Met name omdat scholen, ouders en eigenlijk ook de maatschappij, leerlingen niet de kans geven om af en toe slecht te scoren, om ergens leer uit te trekken. Op een gewone school kun je bijvoorbeeld in periode 1 heel slecht scoren, omdat je moet wennen omdat je bent verhuisd. Zelfs als de leerling in periode 2, 3 en 4 heel goede cijfers scoort, dan sta je aan het einde van de rit alsnog onvoldoendes. Leerlingen blijven daardoor gewoon zitten, bizar! Zo kijk ik naar onderwijs, dat is natuurlijk vanuit mijn setting omdat wij de mogelijkheid hebben om maatwerk te bieden".
Als je het systeem zo bouwt, dan kan het dus wel volgens jou. Heb je een idee wat dat systeem dan zou inhouden?
"Je moet uitdagingen bieden aan kinderen, je moet ze een voordeel geven. Denk bijvoorbeeld aan overgangsnormen. Die zijn helemaal niet wettelijk vastgelegd, hoewel veel scholen denken van wel. Veel leerlingen zijn prima in staat om vervroegd examen te doen. Ga je die nog een jaar Engels geven? Waarom kunnen ze die tijd niet besteden aan iets anders?
Als Liesette vervroegd examen zou doen, kan ze voor vakken die voor haar moeilijker zijn, zoals Wiskunde en Engels, achten halen in plaats van zesjes".
Je gaat je bijna afvragen waarom dit niet gewoon al gedaan wordt?
"De cultuur op een school veranderen is misschien wel moeilijker dan de organisatie veranderen. Tegen verandering komt veel verweer, bijvoorbeeld omdat er op korte termijn succes of mislukking zal zijn. Als er een inspectierapport komt, gaat het schoolbestuur op de rem staan. Zo werkt het wel in Nederland. Schoolbesturen worden afgerekend op cijfers en dat maakt het moeilijk".