Betrouwbaarheid uitgelegd
Als je uitspraken wilt doen over de antwoorden op de vragenlijst, is het belangrijk om te bepalen of de schalen van de vragenlijst betrouwbaar zijn. Je wilt dat de resultaten op de vragenlijst zo min mogelijk worden beïnvloed door invloeden van buitenaf. Een leerling die ’s ochtends vroeg de vragenlijst maakt, moet bijvoorbeeld dezelfde antwoorden geven als wanneer hij de vragenlijst aan het eind van de dag zou invullen. Een betrouwbare vragenlijst is vrij van meetfouten. De vragenlijst die je gebruikt moet onder verschillende omstandigheden dezelfde resultaten geven.
Voorbeeld: Als je een pak suiker weegt en de weegschaal geeft 1 kilo aan, dan moet deze weegschaal de volgende keer weer 1 kilo aangeven, ook al staat de weegschaal dan op tafel in plaats van op het aanrecht. Geeft de weegschaal een ander gewicht aan? Dan is het resultaat niet gelijk onder verschillende omstandigheden en is de weegschaal dus niet betrouwbaar.
Dit voorbeeld kan doorgetrokken worden naar stellingen. Stel dat je ‘intrinsieke motivatie’ bij leerlingen wilt meten met behulp van vijf stellingen. Je verwacht dat als een leerling positief op de ene stelling antwoordt, hij/zij ook op de andere stellingen positief antwoordt (en andersom). Alle stellingen proberen immers hetzelfde te meten, namelijk intrinsieke motivatie. Naarmate respondenten consistenter antwoorden op de stellingen, is de betrouwbaarheid hoger en kun je meer zeker zijn van je resultaten.
Het is een goede zaak om bij elk onderzoek opnieuw voor de zekerheid te kijken hoe de betrouwbaarheid van de vragenlijst ervoor staat, zelfs al gebruik je dezelfde vragen. Bij elk onderzoek heb je immers andere respondenten die de vragen op een andere manier zouden kunnen interpreteren en beantwoorden.
Chronbach’s alpha als maat voor betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van de schalen van de vragenlijst of het observatieschema kun je berekenen met de Cronbach’s alpha. De Cronbach’s alpha is een onderzoeksterm die verwijst naar de consistentie in de antwoorden van respondenten op stellingen binnen een bepaalde schaal. De Cronbach’s alpha meet deze consistentie. Hoe hoger de Cronbach’s alpha hoe consistenter de respondenten hebben geantwoord op de stellingen en hoe hoger de betrouwbaarheid van je schaal daarmee is.
De Cronbach’s alpha hoef je niet zelf te berekenen, in het Excel-bestand wordt dit voor je uitgerekend. Cronbach’s alpha kan een waarde hebben tussen de 0 en 1. Een waarde groter dan 0.70 houdt in dat het instrument betrouwbaar is en dat de resultaten van de vragenlijst gebruikt kunnen worden voor interpretatie. Als de betrouwbaarheid lager is, kan dit betekenen dat je respondenten niet consistent hebben geantwoord of dat er te weinig respondenten waren. Kijk in het Excelformat om te zien wat je kunt doen als een schaal niet betrouwbaar is.