Formatief: “Als je iets niet snapt, kun je het niet overslaan”
Op het Leidsche Rijn College is een pilotklas aan de slag gegaan met formatief evalueren. Wat vinden pilotleerlingen Fedor, Milan, Souraya en Emma ervan? “Nu kies ik zelf mijn opdrachten uit en zie ik dat huiswerk ook nuttig kan zijn.”
Feedback
De pilot op het Leidsche Rijn College is gestart met 3 havo. Alle leerlingen krijgen alle lessen formatief aangeboden. Dit betekent dat leerlingen feedback krijgen op de opdrachten die zij in de les maken. Ook kunnen leerlingen zelf kiezen hoe zij de stof willen verwerken, bijvoorbeeld via beeldmateriaal of met het tekstboek. Daarnaast spreken alle leerlingen hun mentor vijftien minuten per week. Dan hebben ze het over de voortgang van de leerling, maar ook over hoe deze zich voelt.
Stof beheersen
Nelleke Veels, docent geschiedenis en nauw betrokken bij de pilot, legt uit dat elke leerling de mogelijkheid krijgt een oefentoets te maken voordat er aan het eind van een blok een cijfertoets wordt gemaakt. “Omdat we moeten voldoen aan de overgangnormering van 3 naar 4 havo geeft elk vak 4 cijfertoetsen per jaar. De oefentoets en de opdrachten samen zorgen ervoor dat leerlingen goed weten of zij de stof beheersen.”
Leerlingen Fedor, Milan, Souraya en Emma uit 3 havo vertellen hieronder hoe zij hun formatieve lessen ervaren.
Wat is ‘formatief’ voor jou?
Souraya: “Je maakt je eigen planningen. Je werkt meer zelfstandig, omdat je zelf kiest welke opdrachten je in de les gaat maken. Hierdoor leer ik ook beter keuzes te maken.”
Milan: “Als je nu een toets niet haalt, dan moet je deze nog een keer doen. Je gaat door met een bepaald deel van de stof totdat je het beter hebt begrepen. Als je iets niet snapt, kun je het niet overslaan.”
Emma: “Als leerling heb je veel meer zelfstandigheid.”
Feedback en toetsen
Souraya: “Je krijgt heel veel feedback. Na iedere (oefen)toets en opdracht krijg je feedback.”
Fedor: “Je krijgt feedback op papier, maar ook vaak mondeling.”
Milan: “Ook kun je altijd herkansen. Je oefentoets wordt beoordeeld met een S (starter), B (beginner), G (gevorderd) en T (talent). Wanneer je voor de cijfertoets een onvoldoende haalt, terwijl je een G of T had voor de oefentoets en opdrachten, mag je de toets overdoen.”
Emma: “Toch zou ik soms wel meer dan twee toetsen voor een vak willen hebben, zodat ik makkelijker slechte cijfers kan ophalen.”
Coaching
Milan: “Een coachgesprek hoef je vaak niet voor te bereiden. Je gaat er gewoon heen en praat met elkaar.”
Souraya: “In het coachgesprek kun je ook praten over problemen thuis of vertellen waarom je niet lekker in je vel zit.”
Fedor: “Ik denk dat het wel goed is dat we niet alles opschrijven wat er in het coachgesprek wordt gezegd, want dan wordt het wel veel werk.”
Wat heb jij eraan gehad?
Emma: “Ik ben goed geworden in plannen. Dat kon ik vroeger niet.”
Souraya: “Mijn favoriete vak is wiskunde. Sinds dit jaar gaat het erg goed bij wiskunde. Vroeger moest ik in drie weken een heel hoofdstuk begrijpen. Dat lukte vaak niet. Nu plan ik zelf mijn opdrachten in en kan ik de tijd nemen om de stof te begrijpen.”
Milan: “Vroeger voelde huiswerk als een verplichting. Nu kies ik zelf mijn opdrachten uit en zie ik dat huiswerk ook nuttig kan zijn.”
Conclusie
Emma, Souraya, Fedor en Milan geven allemaal aan dat ze volgend jaar in de formatieve klas willen blijven. Ze ervaren meer vrijheid om hun eigen werk in te plannen, waardoor ze minder taken hoeven te doen die ze niet nuttig vinden. Door de tussenbeoordelingen hebben ze een beter idee wat ze al wel kunnen en wat nog minder goed. Ook worden lessen leuker: ze hebben meer zeggenschap over hoe ze met de stof aan de slag gaan. Nelleke: “De voordelen wegen op tegen eventuele nadelen als bijvoorbeeld een ‘toetspiek’ aan het einde van de lesperiode.”
Wat vinden docenten?
Nelleke: “Docenten geven aan een betere band met hun leerlingen te hebben en krijgen meer inzicht in het kennen en kunnen van de leerlingen. Wanneer je een goede relatie opbouwt met de leerling, kun je uiteindelijk ook een beter gesprek voeren over de lesstof. Bovendien merken docenten dat de motivatie van leerlingen toeneemt en zij met meer plezier in de klas zitten.”
Ook een pilotklas formatief starten?
Docent Nelleke deelt haar tips voor een pilotklas:
- Vraag aan de vakgroepen welke docenten geïnteresseerd zijn om een deel van hun lessen formatief te geven. Deze docenten vormen samen de werkgroep ‘formatief’. Zorg er hierbij voor dat je minstens 80% van de vakken van de pilotklas gedekt hebt.
- Regel twee mentoren die beschikbaar zijn voor de pilotklas, zodat elke leerling wekelijks een 15-minutengesprek heeft.
- Organiseer een ouderavond voor leerlingen en ouders, waarin je het nieuwe concept toe kan lichten en vragen kunt beantwoorden.
- Maak uren vrij voor de voorbereidingstijd die je nodig hebt voor het bepalen van de doorlopende leerlijn en het maken van de verschillende typen opdrachten.
- Zorg dat de verschillende docenten op één lijn komen over de uitvoering.
- De werkgroep is direct ook een leergemeenschap; wissel uit en leer van elkaar.
- Zorg dat je op tijd begint, zodat je in een nieuw schooljaar voorbereid aan de slag kunt. Dit schept duidelijkheid voor leerlingen, ouders en docenten.
Het Leidsche Rijn College neemt deel aan het leerlab Leerling eigenaar leerproces.
Onderzoek
Het Hooghuis heeft als deelnemer aan een leerlab de volgende vraag gesteld aan de Kennisrotonde: Wat is er bekend over de effecten van formatief evalueren bij leerlingen en bij docenten? Bekijk het antwoord.
Comments are closed.