Formatief toetsen is méér dan stoppen met cijfers geven

Het Spinoza Lyceum experimenteerde met formatief evalueren. Na hard werken liggen er leerdoelen, rubrics én een verbeterde rapportbeschrijving. Lees hoe de school dit heeft aangepakt.

Vijftien vakken

Voor zo’n vijftien vakken stelden docenten van de school rubrics op om de leerresultaten te meten. Daar hoorde ook bij dat ze leerdoelen opstelden en een andere rapportbeschrijving maakten dan de school tot dan toe hanteerde.

Formatief toetsen

Het begon met een leerling die in de leerlingenraad het onderwerp ‘cijfers’ aankaartte. Hij vond het raar dat er na een toets geen aandacht meer wordt geschonken aan de lesstof die hij getuige zijn cijfer blijkbaar nog onvoldoende beheerst. Tegelijkertijd waren er docenten die vonden dat leerlingen beter zouden moeten kunnen reflecteren. Voor rector Jan Paul Beekman waren het voldoende triggers om het onderwerp ‘cijfers’ op de agenda te zetten. Aan docenten werd gevraagd hoe zij aankijken tegen cijfers geven. Heeft het nut? Of kan het ook anders, bijvoorbeeld door formatief te toetsen?

Fantastisch idee

De meningen waren verdeeld, maar een groep van zo’n tien docenten voelde wel wat voor een pilot ‘Toetsen zonder cijfers’. Zij begonnen daarmee bij de start van schooljaar 2017-2018, in de drie havo/atheneum-klassen uit leerjaar 2. “Achteraf denk ik dat het een fantastisch idee is geweest, maar dat we er iets te naïef zijn ingestapt,” zegt Jan Paul. “De tijd en inspanning die formatief toetsen van docenten vroeg, was veel groter dan gedacht. Het gaat veel verder dan stoppen met cijfers geven.”

Ruimte in het rooster

Hoewel het doel duidelijk was – inzichtelijk maken waar leerlingen staan zodat ze weten wat ze moeten doen om het volgende niveau te behalen – bleek al snel dat de ideeën die iedereen bij formatief toetsen had, niet goed waren uitgewerkt. Er moesten niet alleen rubrics komen, maar ook leerdoelen worden opgesteld en de rapportbeschrijving moest worden aangepast. “Dat leidde tot veel extra werk, waarvoor onvoldoende ruimte in het rooster was vrijgemaakt,” aldus Jan Paul.

Liever eigen rubrics

De docenten moesten ook bedenken hoe ze in de rubrics duidelijk konden maken waar de leerling staat. Jan Paul: “We bedachten kleuren: groen als je de stof goed beheerst, geel als het beter kan en rood als je er nog niet voldoende van weet.” Hoewel er contact was met andere scholen en er ook bestaande rubrics zijn, maakten veel Spinozadocenten liever eigen rubrics. “Goed als je kritisch bent”, zegt Jan Paul, “maar het kost wel veel tijd. Soms is het beter te accepteren dat er goede dingen bestaan die je kunt overnemen, maar dat is natuurlijk niet voor iedereen even makkelijk.”

Ouder- en leerlingpanels

Al met al legde de pilot veel druk op de betrokken docenten. Dat werd deels opgevangen door één van de schoolleiders die hen ging ondersteunen en ook ouder- en leerlingpanels organiseerde. Ouders en leerlingen moeten immers begrijpen wat de nieuwe manier van toetsen betekent. “We wilden de ouders er vanaf het begin bij betrekken”, zegt Jan Paul. “Het eerste rapport in de nieuwe vorm was een compleet boekwerk. Sommige ouders vonden het geweldig, andere begrepen er niets van. Dat werd dus ook een extra aandachtspunt.”

Denken in cijfers

Ook bij de leerlingen was het beeld wisselend. Docenten in de pilotklassen merkten dat sommige leerlingen erg moesten wennen, terwijl het anderen juist rust gaf. Jan Paul: “Leerlingen die een onvoldoende halen, moeten dat cijfer eerst maar eens zien op te halen. Door het gebruik van kleuren weten leerlingen wat goed gaat en wat beter kan. Het maakt bovendien voor de docent inzichtelijker waar de leerling staat.” Toch zit er ook een nadeel aan. “Leerlingen vragen zich af welk cijfer bij welke kleur hoort. Zo zie je hoe lastig het is om het denken in cijfers los te laten.”

“Door het gebruik van kleuren weten leerlingen wat goed gaat en wat beter kan”

Veel inzichten

Al met al heeft de pilot veel inzichten opgeleverd. “Wij hebben zelf rubrics gemaakt, maar dat heeft veel tijd gekost. Het zou handiger zijn als soortgelijke scholen met dezelfde rubrics konden werken”, zegt Jan Paul. “Positief is dat onze rapportbeschrijving verbeterd is en leerlingen meer eigenaar worden van hun leerproces.” Toch maakt de school even pas op de plaats. Een werkgroep gaat zich buigen over een degelijker format dat een minder groot beroep op docenten doet.

Stof om na te denken

Terugkijkend zegt Jan Paul: “Het is goed dat we het lef hadden om dit te doen. Als je alles eerst tot op de bodem uitzoekt, komen er misschien zoveel twijfels dat je niet meer durft. Er is nu genoeg stof om over na te denken. Ons doel blijft om leerlingen beter feedback te geven over de door hen behaalde resultaten.”

Het Spinoza Lyceum neemt deel aan het leerlab Visie op personalisatie.

Meer lezen

 Wil je een verandering in je school doorontwikkelen? Bekijk dan deze tips uit de routekaart veranderaanpak of bekijk alle fases uit het veranderproces.

 

 

, , ,

Comments are closed.