Tijd en ruimte om te ontwikkelen
Hoe kunnen leermaterialen, het curriculum en het platform zodanig aan elkaar worden verbonden dat leerroutes van leerlingen inzichtelijk worden gemaakt? Dat was de vraag waarover vier scholen zich in dit leerlab bogen. “Het perfecte platform bestaat niet, maar we weten nu wel wat we willen.”
Meer vrijheid
Wat is de belangrijkste opbrengst van dit leerlab? Als antwoord op deze vraag noemen de deelnemende scholen bijna allemaal de toename van het curriculumbewustzijn bij docenten. “Het woord ‘leerdoeldenken’ is niet meer weg te denken op het Liemers”, vertelt Berna Laumen, Hoofd Front Office. “In het begin riep dat wel eens weerstand op, maar die nam af toen docenten meer vrijheid kregen. Docenten zijn geneigd om een methode van a tot z te volgen omdat ze ervan uitgaan dat de methode alle leerdoelen dekt. Maar in een methode staat meestal veel meer dan wat leerlingen moeten kennen en kunnen volgens de kerndoelen en eindtermen. Als je daar kritisch naar kijkt, blijft er ruimte over.”
Sneller differentiëren
Om die reden zijn docenten op CSV Het Perron hun lesmethodes gaan analyseren op basis van leerdoelen. Door lesmateriaal te schrappen kwam er ruimte vrij in het programma. Docent Anne-Marije Kraijnbrink: “Die ruimte kunnen we op onze eigen manier invullen. Het uitdiepen van persoonlijke doelen, bijvoorbeeld. Zo wordt de docent weer regisseur van zijn lessen.” Ze noemt nog een voordeel van denken vanuit leerdoelen: “Als je je bewust bent van de doelen die je met een leerling wilt behalen, kun je als docent sneller differentiëren en personaliseren.”
Lesmateriaal ontwikkelen
Dankzij de deelname aan het leerlab hadden de vier leerlabscholen extra tijd te besteden. Het Greijdanus College gebruikte die tijd om lesmateriaal te schrijven voor vormingsonderwijs. Docent Ries de Vries: “Ik zag docenten vaak stoppen met het ontwikkelen van hun eigen arrangementen, omdat ze te weinig tijd hadden. Wij hadden die tijd gelukkig wel.” Een deel van het lesmateriaal dat de vier scholen ontwikkelden, deelden ze via Wikiwijs. Tevens deden ze een oproep aan andere scholen om ook hun content te delen.
Bijhouden
Docenten van het Etty Hillesum Lyceum – Het Stormink maakten eigen lesstof op verschillende niveaus en koppelden deze aan leerdoelen voor hun Persoonlijk Leren-klassen. Het was een zoektocht waarbij veel kwam kijken, vertelt docent Femke: “Als je tegemoet wil komen aan verschillen en leerlingen zelf keuzes mogen maken, moet de docent weten welke route leerlingen volgen en per leerling bijhouden wat hij doet. Dat is best ingewikkeld. Daarnaast is het veel werk om drie routes per niveau te ontwikkelen.”
Programma van eisen
CSV Het Perron ging op zoek naar een platform waarop docenten de vorderingen van leerlingen op leerdoelniveau kunnen volgen. “Het perfecte platform bleek niet te bestaan, maar we weten nu wel wat we willen. Dat hebben we beschreven in een programma van eisen, zodat een leverancier kan aangeven of ze dat kunnen leveren”, vertelt Anne-Marije.
Zelf ontwikkelen
Het Greijdanus vatte de koe bij de hoorns en besloot zelf een platform te ontwikkelen: Contento. In Contento kunnen docenten een leerpad van zelfgemaakte content of content uit Wikiwijs voor leerlingen klaarzetten. Ook kunnen ze zien wat leerlingen hebben gedaan en hoe leerlingen reflecteren op hun werk. Ries: “Bij het bouwen aan Contento konden we gebruikmaken van de kennis en het netwerk van Schoolinfo. Dat heeft enorm geholpen.”
Hoe verder?
Deelname aan het leerlab bleek voor de vier scholen een stok achter de deur. Het Liemers College heeft bijvoorbeeld flinke stappen gezet. Berna: “Die vaart houden we erin door studiedagen te organiseren rond de thema’s uit het schoolplan. De leerlabdocenten en de directie bepalen samen wat de inhoud van de studiedagen wordt.” Op het Etty Hillesum Lyceum – Het Stormink gaan ze verder met het uitwisselen van ervaringen met andere scholen. “Dat is ons goed bevallen”, vertelt Femke. “Samen met andere Carmel-scholen gaan we verder in het Carmel-leerlab Differentiëren in klassikale context. Dit schooljaar zijn er nieuwe docenten en klassen aangehaakt.”