Serie 2

Het begint met een gemeenschappelijke visie

In het leerlab Zo.Leer.Ik! – Schoolorganisatie hielden acht scholen zich bezig met het invoeren van gepersonaliseerd leren, geïnspireerd op het Zweedse model Kunskapsskolan. “Wat ik onder andere meeneem uit het leerlab is dat je werkt in drie stappen: uitspreken, afspreken en aanspreken.”

Van taakgericht naar doelgericht
Alle acht scholen die deelnamen aan dit leerlab komen uit het Zo.Leer.Ik!-netwerk; een netwerk van scholen dat zich laat inspireren door het Zweedse Kunskapsskolan. De versnellingsvraag was: Hoe kunnen we onze schoolorganisatie omvormen van taakgericht naar meer doelgericht? Leerlabcoach Michel van de Ven begeleidde de scholen in dit proces:

“Dit leerlab had enorme ontwikkelkracht en heeft iets concreets opgeleverd dat andere scholen kan helpen bij verandertrajecten.”

Gemeenschappelijke visie
Het leerlab leverde onder andere een flowchart op en een visiemodel Gepersonaliseerd leren waarmee je kunt zien hoe het staat met het veranderproces op jouw school en welke lessen je verder kunnen helpen. Michel: “Voordat je gaat veranderen moet je de tijd nemen om een gemeenschappelijke visie te formuleren en deze te verbinden met de schoolorganisatie. In dit geval een gedeelde visie over gepersonaliseerd leren in een doelgerichte organisatie.”

Uitspreken, afspreken, aanspreken
Jörgen Hilbrands is docent op het Fioretti College Hillegom waar het concept Gepersonaliseerd Onderwijs (GO!) is geïntroduceerd. Jörgen: “Wat ik onder andere meeneem uit het leerlab is dat je werkt in drie stappen: uitspreken, afspreken en aanspreken. Eerst moet iedereen de gelegenheid krijgen alles te kunnen uitspreken. Pas als alle kaarten op tafel liggen kun je concrete stappen maken en afspraken maken. Bijvoorbeeld wie doet wat, zoals het rooster maken. Tot slot is het voor een transparante organisatie belangrijk elkaar aan te spreken wanneer je ergens tegen aanloopt. Je bent immers één veranderend team van leerlingen, docenten, management én ouders.” In de interviews van leerlingen Mik en Merle zie je de reacties op de veranderingen.

Draagvlak
Draagvlak in de organisatie is een voorwaarde om een verandertraject succesvol te laten verlopen. Soms kan dat best lastig zijn. Monica Janssen, docent op het College Vos: “Als enthousiaste koploper moet je ervoor waken niet te snel te willen, want soms is nog niet iedereen klaar voor een verandering.” Ook Miranda Gommans, teamleider op College Den Hulster benadrukt hoe belangrijk het is dat je iedereen meeneemt in het proces: “Mensen willen weten waar ze naartoe gaan en waarvoor ze het doen. Als directie geef je duidelijk aan waar de school naartoe wil. Daarnaast geef je docenten het vertrouwen om dingen uit te proberen en fouten te maken.”

Waarom doen we dit?
Leerlabcoach Michel: “Als je vanuit de Why werkt – waarom doen we dit – blijven mensen stappen zetten.” Michel verzorgde samen met Job Christians in 2016 een heidag voor het leerlab. College Den Hulster heeft er met vier MT-leden aan deelgenomen. Daarna hebben zij de directie van Den Hulster geadviseerd om eerst goed na te gaan denken over het waarom. Miranda: “Daaruit kwamen drie kernwaarden naar voren: regie, samenwerken en ondernemend ontdekken. Met die kernwaarden zijn we naar de teams gegaan, waarbij elk team moest achterhalen welk gedrag zij over vijf jaar bij leerlingen en docenten willen zien in relatie tot deze drie speerpunten. Ook ouders en leerlingen zijn hierop bevraagd.”

Opbrengst
Het College Vos, waar Monica lesgeeft, wil groeien naar een school waarin gepersonaliseerd leren centraal staat. Monica is een paar jaar geleden begonnen met gepersonaliseerd leren in een ‘cultuurklas’. Deze leerlingen krijgen keuzevrijheid en werken veel zelfstandig. “Er is iets in beweging gekomen wat er voorheen niet was. We weten nu wat gepersonaliseerd leren is en waar we naartoe willen.”

Band met leerlingen
Monica geeft aan veel geleerd te hebben. “Ik kwam geïnspireerd terug van elke leerlabbijeenkomst en had weer zin om verder te gaan. Je mag best fouten maken en teruggaan in je proces en het vanaf daar weer oppakken. Ook als docent blijf je leren, ontwikkelen en groeien. Onderwijs is niet statisch. Dat is constant in beweging en moet worden aangepast op individuele leerlingen en de groepsdynamiek. Ik heb inmiddels echt een band met mijn leerlingen gekregen en vind het bijzonder om te zien dat ze met meer plezier naar school gaan.”

Richt je op de mensen die willen
‘Use the group to change the group’ is een van de inzichten die Jörgen heeft opgedaan in de leerlabperiode. Dat kun je doen op klasniveau of schoolniveau. Jörgen past het regelmatig toe wanneer hij als docent in het werkplein is, waar leerlingen zelfstandig werken aan een discipline-overstijgende opdracht. “De motivatie is op vrijdagmiddag ver te zoeken. Dan kun je er bovenop gaan zitten, maar je kunt ook de leerlingen die wél goed bezig zijn als voorbeeld gebruiken. Ik doe dat met een grap, overdrijf wat, zet mijn beste stem op, praat wat langzamer… En het werkt! Het werkt ook op schoolniveau: richt je tijdens een teamoverleg op het proces én de mensen die willen veranderen en use the group to change the group.”

Leren van elkaar
De deelnemers van het leerlab kwamen regelmatig bij elkaar. Jörgen: “Soms leken het bijna intervisiebijeenkomsten. Iemand stelde bijvoorbeeld de vraag ‘hoe krijg ik mijn nieuwe team mee in dit traject’? De anderen kwamen dan met concrete ideeën of adviezen. Die uitwisseling vind ik een van de sterkste punten van het leerlab. Daarnaast is het fijn om buiten je school in alle rust ergens over na te denken, geïnspireerd door visies van andere scholen, met een mix van mensen met verschillende rollen. Het is een krachtige formule!”

Gedrevenheid vasthouden
De eerste stappen zijn gezet. Hoe houden de deelnemers van dit leerlab deze gedrevenheid vast? “Met collega’s ga ik op basis van de best practices van afgelopen jaar per vak plannen voor volgend jaar maken,” vertelt Jörgen. “En in de lessen wil ik leerdoelgericht werken met activerende werkvormen op basis van de vragen: wat gaan we doen, hoe gaan we het doen, hoe gaan we het vastleggen.” Ook Miranda is zich ervan bewust dat innoveren niet vanzelf gaat en heeft ook vervolgstappen bedacht: “Onze volgende stap is werken aan een betere aanspreekcultuur om er samen voor te zorgen dat ons gedrag aansluit bij onze kernwaarden. Het MT moet daarin het goede voorbeeld geven: doen en elkaar durven aanspreken.”

Continue Reading

Visie, vaardigheden en draagvlak

De scholen in het leerlab Veranderende rol van de docent wilden hun leerlingen meer het voortouw geven in hun eigen ontwikkeling. Leerlingen moeten zelf kunnen bepalen wat ze willen leren en hoe ze dat willen aanpakken. Wat hebben docenten nodig om leerlingen daarbij te helpen?

Kruisbestuiving
Het leerlab stelde gezamenlijk een stappenplan op om binnen de scholen de veranderende rol van de docent vorm te geven. Elke school ging op eigen wijze aan de slag met:

  • Een visie op de veranderende rol van de docent
  • Inventariseren wat docenten nodig hebben om deze rol in de praktijk te brengen
  • Draagvlak creëren binnen de school voor deze verandering
  • Docenten vaardigheden laten ontwikkelen die passen bij de visie van de school

In het proces kwamen de scholen regelmatig bijeen om kennis en ervaringen uit te wisselen. Katja Noten, docent op Fons Vitae: “De kruisbestuiving tussen de scholen en de steun vanuit het leerlab en de coach waren erg waardevol.”

Leren samenwerken met scrum
Op het Singelland werken alle leerlingen met een iPad. De school ontdekte dat digitaal onderwijs vraagt om andere didactiek en pedagogiek. Directeur Aaldrik Haandrikman: “In het leerlab ontdekten wij dat andere scholen interessante didactische werkvormen hadden, die wij goed konden gebruiken, bijvoorbeeld scrum.” Scrum is een methode uit de it-wereld, waarbij leerlingen effectief samenwerken aan een eindproduct. Leerling Diemer: “Door scrummen heb ik geleerd dat je met meerdere mensen heel veel ideeën krijgt.”

Coachen op zelfstandigheid
Het Jan van Brabant College vond in het werken met chromebooks een manier om meer maatwerk te bieden aan leerlingen. Het bleek echter een uitdaging om docenten en leerlingen direct enthousiast te maken voor het digitale werken. Door met het mavoteam in gesprek te gaan over wat zij belangrijk vonden in hun onderwijs, ontstonden er gezamenlijke ideeën om leerlingen meer verantwoordelijkheid te geven. Bijvoorbeeld de persoonlijke leeruren, waarbij bovenbouwleerlingen minstens 7 keer per week zelf bepalen bij welke docent ze gaan zitten. Docent Susan Bakker: “Wij maken leerlingen verantwoordelijk. Niet alleen voor wat zij in dat uur doen, maar ook voor het maken van een keuze.”

Meer persoonlijk contact met leerlingen
Het Connect College zette met het vwo-team een eerste stap richting gepersonaliseerd onderwijs. Zo is de instructietijd ingeperkt en bepalen leerlingen zelf op welk moment ze aan welk vak werken. Met behulp van digitale middelen kunnen leerlingen zelfstandig aan de slag. Leerling Lara: “We werken veel met Blendspace, Magister, Google Classroom, Google Drive. Vooral met huiswerk en proefwerken.” “Leerlingen kunnen kiezen of ze mijn instructie willen volgen, of zelf aan de slag willen,” zegt docent Saskia Coolen. “Doordat ik niet meer alles klassikaal hoef te doen, heb ik meer tijd voor leerlingen die ergens tegenaan lopen. Mijn werk is leuker geworden, want ik heb veel meer persoonlijk contact met leerlingen.”


Fons Vitae
Ook op het Fons Vitae wordt er met de iPad gewerkt, maar de school merkte dat de device beter ingezet kon worden bij het vinden van een goed balans tussen differentiatie, activerende didactiek en klassiek onderwijs. Het leerlab ondersteunde bij het vinden van een antwoord.

Flexibele onderwijsteams
Het RSG Noordoost Veluwe besloot de schoolorganisatie anders in te richten om samenwerking en kennisuitwisseling tussen docenten te faciliteren. In plaats van een aantal grote onderwijsteams zijn de docenten nu georganiseerd in kleinere flexibele onderwijsteams. Docent Mark Stoop: “We moeten elkaar helpen om onze leerlingen datgene te bieden wat ze nodig hebben voor de toekomst.” De nauwere samenwerking tussen docenten heeft geleid tot meer mogelijkheden om leerlingen op maat te bedienen. Bijvoorbeeld in de Maatwerk Begeleidings Uren, waarin leerlingen zelf kiezen voor welk vak ze ondersteuning nodig hebben.

Continue Reading

Speel het eigenaarschapsspel ‘We Own The School’

Het bordspel ‘We Own The School’ is een werkvorm om samen met leerlingen, docenten en schoolleiders een gesprek over eigenaarschap te voeren. Lees wat het spel, ontwikkeld door het leerlab Pleion, inhoudt en hoe je het op jouw eigen school kunt spelen.

Het doel van dit instrument
Het spel heeft tot doel om een gesprek op gang te brengen over ‘eigenaarschap van leren’ en hoe de school dat kan bevorderen. Volgens de scholen in dit leerlab zijn leerlingen en docenten die eigenaarschap ervaren meer gemotiveerd. Het spel is dus een instrument om het eigenaarschap binnen de school in gang te zetten en te vergroten.

De basis van het spel
Het spel is gebaseerd op een taxonomie van zes leiderschapsstijlen van John Macbeath, waarin scholen worden gekarakteriseerd op de manier van leidinggeven. De scholen uit het leerlab hebben deze taxonomie vertaald naar zes typen van eigenaarschap. Deze zes typen vormen de basis van het spel: zij staan naast elkaar en dienen als karakterisatie en niet als beoordeling.

Hoe werkt het?
Het maximaal aantal deelnemers per spel is 6. Alle deelnemers aan het spel krijgen de mogelijkheid om via stellingen aan te geven hoe zij de situatie op school op dit moment ervaren (ronde 1), maar ook wat zij als de ideale situatie zien (ronde 2). Na het noemen van een stelling plaatsen alle deelnemers tegelijkertijd een fiche op het bord met een keuze voor een bepaald antwoord. Een gespreksleider reflecteert met de deelnemers op de gemaakte keuzes. Het spel is niet alleen een goed meetinstrument om erachter te komen hoe eigenaarschap wordt ervaren, maar levert ook waardevolle ideeën op voor vervolgstappen die de school richting de toekomst kan zetten.

Gebruikerservaring
Inmiddels zijn er talloze speelsessies georganiseerd op scholen in Nederland en daarbuiten om feedback op te halen en het spel verder aan te scherpen. Sebastian Blanck, teamleider UniC: “Tijdens een leerling-arena heb ik met leerlingen ‘We Own The School’ gespeeld. Het ging in het bijzonder over het toetsen op onze school. Het was een van de beste arena’s tot nu toe. Er kwam uit dat leerlingen meer leren van en meer plezier en succes ervaren in realistische en vakoverstijgende projecten waarin ruimte is voor eigen keuze. Leerlingen ervaren druk rondom toetsen en deadlines en ervaren toetsen vooral als een momentopname. Dankzij het spel konden we dit in 45 minuten boven de tafel krijgen. Een eyeopener voor de aanwezige schoolleiders, bestuurders en docenten.”

Ik wil het wel met mijn klas spelen. Omdat het een laagdrempelige manier is om mee te denken als leerling.”
Aldus een leerling over het spel

Waarom een spel?
De scholen in dit leerlab zijn allemaal aangesloten bij het netwerk Pleion (Platform Eigentijds Onderwijs). Ze kwamen tot de conclusie dat eigenaarschap in alle facetten van een school belangrijk is om terug te vinden. Het leerlab stelde zich de vraag: ‘Hoe kunnen we het gesprek over eigenaarschap op een inspirerende manier op school laten plaatsvinden?’ “Er is gekozen om het model van eigenaarschap in een spelvorm te gieten, omdat het een goede manier is om een continue uitwisseling tussen theorie en praktijk in te richten”, zegt Freek Wevers, schoolleider op het IJburg College 2.

“Interessant om met collega’s te zien en te kijken waar de verschillen in perceptie of eigenaarschap zitten”
Docent over het spel

Internationale lancering
Als stok achter de deur voor de ontwikkeling van het spel had het leerlab de internationale onderwijsconferentie ICSEI 2018 in Singapore uitgekozen om het spel voor het eerst aan een groter publiek te presenteren. “Dat was spannend, omdat een eigen draai is gegeven aan wetenschappelijke literatuur om het spel speelbaar te maken. Gelukkig bleek het een succes: er zijn vanuit de hele wereld aanvragen gedaan voor het spel en de originele auteur van de basistheorie achter het spel, John Macbeath, heeft zelfs een exemplaar in ontvangst genomen”, Henk Woudenberg, voormalig teamleider van de Werkplaats Kindergemeenschap.

Bestel het spel
Scholen kunnen het spel in het Nederlands bestellen via de website www.weowntheschool.nl. Ook kunnen scholen een aanvraag doen voor begeleiding bij het spelen van het spel. Het spel kun je ook gratis downloaden, zie hieronder de linkjes.

Bestel het spel en/of doe een aanvraag voor begeleiding.

Spel downloaden

De downloadversie van het spel mag niet worden gebruikt voor commerciële doeleinden. 

Continue Reading

Versnellingsvraag

Wat is er nodig op het gebied van professionalisering (bij- en nascholing personeel) in het kader van gepersonaliseerd Leren?

Deelvragen

  1. Welke vaardigheden zijn noodzakelijk voor onderwijspersoneel om gepersonaliseerd onderwijs in de praktijk te kunnen brengen?
  2. Hoe bereiken we die vaardigheden?

Continue Reading

Flexibel leren op afstand

Het leerlab LOOT heeft tal van interessante praktijkvoorbeelden opgeleverd over tijd- en plaatsonafhankelijk leren. “Als een topsportleerling het kerncurriculum in minder uren kan volgen en zijn/haar punten kan halen, dan kunnen andere leerlingen dit ook.”

Het leerlab LOOT is twee jaar geleden gestart met leerlabtrekkers afkomstig van veertien verschillende LOOT-scholen uit het hele land. De scholen hebben allemaal topsportleerlingen, die veel afwezig zijn vanwege trainingen en wedstrijden. Wel zijn de verschillen tussen de deelnemende scholen groot: van volledig LOOT-school tot

enkele topsportleerlingen per klas. Doordat het tijd- en plaatsonafhankelijk leren op LOOT-scholen al ver is doorgevoerd, zijn deze scholen ook een bron van inspiratie voor andere scholen.

Twee hoofdthema’s
Om de diepte in te kunnen gaan werd het leerlab in tweeën gesplitst. Zeven scholen zijn het onderwerp ‘digitale content’ gaan onderzoeken en de andere scholen het thema ‘de veranderende rol van de docent en leerling’. Omdat de thema’s met elkaar verband houden hebben de scholen nauw met elkaar samengewerkt en hun ervaringen gedeeld.

Een te grote broek
John van Lith van het Veluws College: “Al vrij snel na de start van het leerlab merkten wij dat we met het thema digitale content ontwikkelen een veel te grote broek hadden aangetrokken. Je moet helemaal geen content willen ontwikkelen! We hebben toen een grote stap teruggezet. Van het ontwikkelen van digitale content naar werken met digitale content. Uiteindelijk hebben we veel kennis over ict-mogelijkheden opgedaan.”

Versnelling
Voor Harm Derksen van Topsport Talentschool Sint-Joriscollege heeft het leerlab er met name voor gezorgd dat er nu meer dan voorheen met digitale content wordt gewerkt. Harm: “Leerlingen kunnen dankzij gepersonaliseerd leren met digitale content ook sneller door de stof. Zo heeft één klas LOOT-leerlingen in mei al de derde klas afgesloten, waarna ze met de stof voor het vierde leerjaar konden beginnen. Dankzij die voorsprong werken ze eerder richting het profiel toe. Geweldig toch?! Dit zet ons aan het denken wat er nog meer mogelijk is.”

Olievlek
Op CVO ’t Gooi is een beweging in gang gezet. Mijke Lambooij: “De betrokken docenten hebben een visie ontwikkeld en durven zich meer uit te spreken. Als je zélf enthousiast bent, werkt dat aanstekelijk. Ik vind het mooi om te zien dat binnen de grotere pilot bij ons op school, ook allemaal kleine pilots zijn ontstaan. Zo heeft de deelname aan het leerlab als een soort olievlek gewerkt.”

Met één muisklik
Voor een aantal scholen geldt dat ze kennis hebben gemaakt met één of meerdere elektronische leeromgevingen (elo’s), zoals Summar.io, Learnbeat of Elerna. Op het Veluws College hebben ze hun bestaande elo itslearning beter en effectiever ingezet voor Engels. Wouter Penris: “Itslearning werd voorheen meer als een verzamelbak gebruikt. We hebben het opnieuw ingericht en doorklikbaar gemaakt. Nu kunnen leerlingen vanuit hun planner met één muisklik bijvoorbeeld een bestand uploaden, laten beoordelen of laten peerreviewen.”

Digitaal programma
Voor het Sint-Joriscollege bleek er voor de bovenbouw nog geen online platform te zijn dat aan alle eisen voldeed. Harm Derksen: “Voor de onderbouw zijn er al goede programma’s, maar voor de bovenbouw is dat lastiger omdat het programma om de vier jaar verandert. Daarom zijn wij nu zelf bezig om een digitaal programma op basis van digitale leerdoelen te laten ontwikkelen.” Het Trevianum kwam er juist achter dat voor hun content belangrijker is dan het vinden van een platform en is naar volle tevredenheid VO-content gaan gebruiken.

Lessons learned
Een belangrijke les voor een aantal deelnemers is dat je gepersonaliseerd leren los moet zien van digitaal leren. Jan Deuss van het Trevianum: “Gepersonaliseerd leren is niet per se digitaal leren.” Differentiatie voor tijd- en plaatsonafhankelijk leren is belangrijk, omdat niet elke leerling dezelfde mate van zelfstandigheid en regie aankan.” Een andere les is geweest dat wat op de ene school goed werkt voor een leerling, niet hoeft te werken op de andere school. Dit komt omdat elke school zijn eigen cultuur heeft.

Geld en tijd
Op het OSG Echnaton is voor elke leerling inmiddels 60% van de lessen gedifferentieerd. Esther Cicilia: “Hier hebben we als school een nieuwe visie voor gemaakt. Er wordt nu geld en tijd vrijgemaakt voor implementatie van een digitale leeromgeving en workshops VO-content. Het idee is om in ieder geval één keer per kwartaal intern hiervoor samen te komen.”

Opschalen
Cors Westerdijk van CVO ’t Gooi: “Voor ons gaat het echte werk nu beginnen! We weten dankzij het leerlab beter wat we willen en waar we naartoe willen. Daarom gaan we nu kleine experimenten opschalen en alle initiatieven die er zijn versterken en verder uitrollen. Het is belangrijk om de expertise die we hebben opgedaan nu te benutten.”

Examens
Ruud Chermin van de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen: “Wat wij met onze pilot voor Engels hebben laten zien is dat het kerncurriculum ook in minder uren gedraaid kan worden. Onze topsportleerlingen krijgen slechts één uur per week een reguliere les en worden verder op een meer coachende manier begeleid.”

Durf los te laten
Veelgehoorde adviezen van de scholen zijn: begin klein, zet één stap tegelijk, neem de tijd om te experimenteren, geef de leerling vertrouwen, en durf als docent los te laten. Bedenk: wat werkt bij topsportleerlingen kan ook werken bij andere leerlingen die vaak afwezig zijn of kunnen versnellen. Annemieke van Cleef van het Leonardo: “Wij zien dat topsportleerlingen veel lessen missen en toch vaak hun punten halen. Dan zouden we in het reguliere onderwijs toch ook op een meer coachende manier kunnen lesgeven?”

Toekomst
De LOOT-scholen gaan door met waar ze mee zijn gestart. Waar de ene school wekelijks intern wil blijven samenkomen, denkt de andere school aan een paar keer per jaar. Een aantal deelnemers wil graag ter inspiratie andere scholen blijven bezoeken en (regionaal) samenwerken met scholen die iets gemeenschappelijks hebben. Harm Derksen van het Sint-Joriscollege: “Voor samenwerking heb je een netwerk en korte lijntjes nodig en die zijn er nu!”

Coachingsgesprek
Een deel van de scholen in dit leerlab ontwikkelden samen ‘placemats’ met daarop een gesprekscirkel voor het coachingsgesprek. Een voor leerlingen en een voor docenten. Tijdens het gesprek doorloop je de hele cirkel. De leerling kiest zelf een vaardigheid uit die hij of zij wil ontwikkelen. Ook de weg er naartoe wordt door de leerling zelf bedacht.


Poster digitale content
De scholen die zich hebben gericht op digitale content hebben ervaringen op gedaan met verschillende platforms en digitale content. Op deze poster staan de ervaringen van verschillende docenten per school.

 

Continue Reading

Flexibel leren op afstand

Het leerlab LOOT heeft tal van interessante praktijkvoorbeelden opgeleverd over tijd- en plaatsonafhankelijk leren. “Als een topsportleerling het kerncurriculum in minder uren kan volgen en zijn/haar punten kan halen, dan kunnen andere leerlingen dit ook.”

Het leerlab LOOT is twee jaar geleden gestart met leerlabtrekkers afkomstig van veertien verschillende LOOT-scholen uit het hele land. De scholen hebben allemaal topsportleerlingen, die veel afwezig zijn vanwege trainingen en wedstrijden. Wel zijn de verschillen tussen de deelnemende scholen groot: van volledig LOOT-school tot

enkele topsportleerlingen per klas. Doordat het tijd- en plaatsonafhankelijk leren op LOOT-scholen al ver is doorgevoerd, zijn deze scholen ook een bron van inspiratie voor andere scholen.

Twee hoofdthema’s
Om de diepte in te kunnen gaan werd het leerlab in tweeën gesplitst. Zeven scholen zijn het onderwerp ‘digitale content’ gaan onderzoeken en de andere scholen het thema ‘de veranderende rol van de docent en leerling’. Omdat de thema’s met elkaar verband houden hebben de scholen nauw met elkaar samengewerkt en hun ervaringen gedeeld.

Een te grote broek
John van Lith van het Veluws College: “Al vrij snel na de start van het leerlab merkten wij dat we met het thema digitale content ontwikkelen een veel te grote broek hadden aangetrokken. Je moet helemaal geen content willen ontwikkelen! We hebben toen een grote stap teruggezet. Van het ontwikkelen van digitale content naar werken met digitale content. Uiteindelijk hebben we veel kennis over ict-mogelijkheden opgedaan.”

Versnelling
Voor Harm Derksen van Topsport Talentschool Sint-Joriscollege heeft het leerlab er met name voor gezorgd dat er nu meer dan voorheen met digitale content wordt gewerkt. Harm: “Leerlingen kunnen dankzij gepersonaliseerd leren met digitale content ook sneller door de stof. Zo heeft één klas LOOT-leerlingen in mei al de derde klas afgesloten, waarna ze met de stof voor het vierde leerjaar konden beginnen. Dankzij die voorsprong werken ze eerder richting het profiel toe. Geweldig toch?! Dit zet ons aan het denken wat er nog meer mogelijk is.”

Olievlek
Op CVO ’t Gooi is een beweging in gang gezet. Mijke Lambooij: “De betrokken docenten hebben een visie ontwikkeld en durven zich meer uit te spreken. Als je zélf enthousiast bent, werkt dat aanstekelijk. Ik vind het mooi om te zien dat binnen de grotere pilot bij ons op school, ook allemaal kleine pilots zijn ontstaan. Zo heeft de deelname aan het leerlab als een soort olievlek gewerkt.”

Met één muisklik
Voor een aantal scholen geldt dat ze kennis hebben gemaakt met één of meerdere elektronische leeromgevingen (elo’s), zoals Summar.io, Learnbeat of Elerna. Op het Veluws College hebben ze hun bestaande elo itslearning beter en effectiever ingezet voor Engels. Wouter Penris: “Itslearning werd voorheen meer als een verzamelbak gebruikt. We hebben het opnieuw ingericht en doorklikbaar gemaakt. Nu kunnen leerlingen vanuit hun planner met één muisklik bijvoorbeeld een bestand uploaden, laten beoordelen of laten peerreviewen.”

Digitaal programma
Voor het Sint-Joriscollege bleek er voor de bovenbouw nog geen online platform te zijn dat aan alle eisen voldeed. Harm Derksen: “Voor de onderbouw zijn er al goede programma’s, maar voor de bovenbouw is dat lastiger omdat het programma om de vier jaar verandert. Daarom zijn wij nu zelf bezig om een digitaal programma op basis van digitale leerdoelen te laten ontwikkelen.” Het Trevianum kwam er juist achter dat voor hun content belangrijker is dan het vinden van een platform en is naar volle tevredenheid VO-content gaan gebruiken.

Lessons learned
Een belangrijke les voor een aantal deelnemers is dat je gepersonaliseerd leren los moet zien van digitaal leren. Jan Deuss van het Trevianum: “Gepersonaliseerd leren is niet per se digitaal leren.” Differentiatie voor tijd- en plaatsonafhankelijk leren is belangrijk, omdat niet elke leerling dezelfde mate van zelfstandigheid en regie aankan.” Een andere les is geweest dat wat op de ene school goed werkt voor een leerling, niet hoeft te werken op de andere school. Dit komt omdat elke school zijn eigen cultuur heeft.

Geld en tijd
Op het OSG Echnaton is voor elke leerling inmiddels 60% van de lessen gedifferentieerd. Esther Cicilia: “Hier hebben we als school een nieuwe visie voor gemaakt. Er wordt nu geld en tijd vrijgemaakt voor implementatie van een digitale leeromgeving en workshops VO-content. Het idee is om in ieder geval één keer per kwartaal intern hiervoor samen te komen.”

Opschalen
Cors Westerdijk van CVO ’t Gooi: “Voor ons gaat het echte werk nu beginnen! We weten dankzij het leerlab beter wat we willen en waar we naartoe willen. Daarom gaan we nu kleine experimenten opschalen en alle initiatieven die er zijn versterken en verder uitrollen. Het is belangrijk om de expertise die we hebben opgedaan nu te benutten.”

Examens
Ruud Chermin van de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen: “Wat wij met onze pilot voor Engels hebben laten zien is dat het kerncurriculum ook in minder uren gedraaid kan worden. Onze topsportleerlingen krijgen slechts één uur per week een reguliere les en worden verder op een meer coachende manier begeleid.”

Durf los te laten
Veelgehoorde adviezen van de scholen zijn: begin klein, zet één stap tegelijk, neem de tijd om te experimenteren, geef de leerling vertrouwen, en durf als docent los te laten. Bedenk: wat werkt bij topsportleerlingen kan ook werken bij andere leerlingen die vaak afwezig zijn of kunnen versnellen. Annemieke van Cleef van het Leonardo: “Wij zien dat topsportleerlingen veel lessen missen en toch vaak hun punten halen. Dan zouden we in het reguliere onderwijs toch ook op een meer coachende manier kunnen lesgeven?”

Toekomst
De LOOT-scholen gaan door met waar ze mee zijn gestart. Waar de ene school wekelijks intern wil blijven samenkomen, denkt de andere school aan een paar keer per jaar. Een aantal deelnemers wil graag ter inspiratie andere scholen blijven bezoeken en (regionaal) samenwerken met scholen die iets gemeenschappelijks hebben. Harm Derksen van het Sint-Joriscollege: “Voor samenwerking heb je een netwerk en korte lijntjes nodig en die zijn er nu!”

Coachingsgesprek
Een deel van de scholen in dit leerlab ontwikkelden samen ‘placemats’ met daarop een gesprekscirkel voor het coachingsgesprek. Een voor leerlingen en een voor docenten. Tijdens het gesprek doorloop je de hele cirkel. De leerling kiest zelf een vaardigheid uit die hij of zij wil ontwikkelen. Ook de weg er naartoe wordt door de leerling zelf bedacht.


Poster digitale content
De scholen die zich hebben gericht op digitale content hebben ervaringen op gedaan met verschillende platforms en digitale content. Op deze poster staan de ervaringen van verschillende docenten per school.

Continue Reading

Aan de slag met eigenaarschap

De zeven scholen in het leerlab Leerling eigenaar leerproces hebben elk hun een eigen manier om het eigenaarschap bij leerlingen te vergroten. Hieronder lees je welke dat zijn en hoe dat werkt. De visual geeft een overzicht van mogelijkheden om eigenaarschap te creëren.

Feedback
Feedback stelt de leerling in staat om zelf in te zien wat goed ging en wat beter kan. Waarbij een cijfer vaak een beoordeling achteraf is, kan feedback tussentijds de leerling sturen, bemoedigen en verder helpen. Hierdoor wordt de leerling meer eigenaar van zijn ontwikkeling. Op het Tiener College, een school voor leerlingen van 10 tot 14 jaar, staat het krijgen en het geven van feedback centraal. Docenten geven leerlingen feedback, leerlingen geven elkaar feedback en leerlingen geven docenten feedback. In het persoonlijk leerplan formuleert de leerling zijn feed forward: wat heb ik geleerd van de feedback en wat wordt mijn volgende stap?

 “Het kost tijd om feedback op papier te krijgen, maar het levert een goed inzicht in de voortgang van elke leerling op”

Docent Anneke Smits (Tiener College)

Formatief
Ook op het Leidsche Rijn College krijgen leerlingen feedback van de docent over de opdrachten die zij maken. Dit gebeurt voornamelijk in de pilotklas ‘formatief’: een drie havo klas waarin de leerlingen al hun vakken formatief krijgen aangeboden. Zo kunnen leerlingen zelf kiezen hoe ze de leerstof verwerken, bijvoorbeeld via een tekstboek of via beeldmateriaal, en krijgen ze geregeld oefentoetsen om te kijken of ze de stof al beheersen. De directe feedback van de docent zorgt ervoor dat leerlingen meer inzicht krijgen in het eigen leerproces, beter begrijpen waaromze bepaalde opdrachten maken, gemakkelijker keuzes kunnen maken en beter leren plannen.

“Huiswerk maak ik nu omdat ik het nuttig vind”

Leerling Leidsche Rijn

Keuzewerktijd
Op de Mavo Vos kiezen leerlingen zes uur per week, op maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag, met welk vak ze aan de slag willen. Dit kan een vak zijn dat een leerling moeilijk vindt of een vak waarin hij of zij zich wil verdiepen. Leerlingen werken tijdens deze keuzewerktijd-uren zelfstandig, waarbij de docent beschikbaar is voor hulp en vragen.

“In een gewone les kun je soms niet al je vragen stellen”

Leerling de Mavo Vos

Leerdoelen opstellen
Het Notre Dame biedt leerlingen keuzes in hoe zij opdrachten uitwerken en laat leerlingen zelf leerdoelen opstellen. Zo kunnen leerlingen in de dansles bij elke opdracht zelf onderdelen kiezen, bijvoorbeeld de locatie, doelgroep of het thema, zodat iedere leerling op zijn eigen niveau bezig is en de mogelijkheid heeft een opdracht uit te werken op een manier die bij hem of haar past. LVO Weert biedt binnen de onderwijsstroming Koersleerlingen veel vrijheid aan. De leerling kiest de koers van zijn leerproces: de manier waarop hij/zij met de lesstof aan de slag gaat, de plek waar hij/zij wil leren en de planning van de eigen dag. Gevolg hiervan is dat leerlingen met meer plezier naar school komen en aan de slag kunnen met hun eigen interesses.

 “De leerlingen voelen zich gehoord door de persoonlijke aandacht”

Docent Thijs Gillissen, LVO Weert (binnen Koers)

Coaching
Voor alle scholen uit het leerlab is het coachen van leerlingen een belangrijk onderdeel van hun onderwijs. Door goede begeleiding worden leerlingen steeds zelfstandiger en kunnen ze verantwoordelijkheid nemen over het eigen leerproces. Ook op het RSG Slingerbos is coaching van leerlingen essentieel, omdat leerlingen zelf hun tijd kunnen indelen, op eigen niveau werken, zelf het tempo bepalen, zelf hun werkplek uitkiezen en zelf bedenken welke werkstrategie ze willen toepassen. De coaching heeft tot gevolg dat leerlingen zich meer bewust zijn geworden van de manier waarop zij leren. Ook is hun band met docenten verbeterd.

 “Ik sta naast de leerling in plaats van erboven”

Docent Didi van Dijken, RSG Slingerbos

Vast mentoruur
Om leerlingen beter te begeleiden en meer persoonlijke aandacht te geven heeft het Pieter Groen in de brugklas een vast mentoruur ingevoerd bij de start van de dag. Van maandag tot en met donderdag starten de leerlingen gezamenlijk bij hun mentor. Naast deze dagstart worden leerlingen ook één-op-één gecoacht. De coachgesprekken en de dagstart creëren rust voor de leerlingen, verbeteren de begeleiding en maken de brugklas minder spannend.

“Ik vind het fijn om elke dag te starten met de mentor. Het is iemand die je vertrouwt”

Leerling Pieter Groen

Tips van het leerlab

  • Neem ouders en leerlingen vooral mee in onderwijsveranderingen. Laat hen rustig wennen aan nieuwe vormen van werken en toetsen.
  • Alleen feedback geven is niet genoeg. De leerling heeft ook hulp nodig bij het formuleren van succescriteria: waaraan dient het eindproduct van een opdracht te voldoen?
  • Leer vooral ook van andere scholen die al bezig zijn hun onderwijs te veranderen.
  • Alleen zal je nooit het onderwijs innoveren – je hebt je collega’s hier hard bij nodig.
  • Neem de tijd om dingen goed uit te proberen. Neem ook kleine stapjes en probeer niet alles in één keer te veranderen.
  • Betrek altijd leerlingen in de onderwijsontwikkelingen.

Download de visual als pdf.

Continue Reading

Differentiëren in een klassikale context: de mijlpalen

Hoe kunnen leerlingen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces nemen, vanuit een klassikale context, met behulp van ict? Dit is de versnellingsvraag waar de scholen uit het leerlab Klassikale Context – Zuid zich ruim twee jaar over gebogen hebben. Welke mijlpalen hebben de scholen bereikt in het differentiëren met behulp van digitale middelen? Bekijk de visual

Sparren met collega’s over de inzet van de iPad in de les

Het Dendron College startte een pilot met devices in de brugklas. Inmiddels werken ook het 2een 3eleerjaar met devices. Omdat training van docenten in het gebruik van devices daarbij cruciaal is, is er een scholingsprogramma opgezet. Docent Maartje Heldens: “Vanaf dit schooljaar spar ik elke donderdagmiddag een uur met collega’s over de inzet van een device in onze lessen. We bespreken toepassingen, wisselen kennis uit en helpen elkaar. Laatst wilde ik bijvoorbeeld met mijn collega’s tweetalige woordenlijsten maken, voorzien van bijbehorende plaatjes. In mijn hoofd een lastige klus. Toen het ons lukte om met weinig moeite leuke plaatjes te koppelen aan geïmporteerde woordenlijsten uit de methode, werd ik heel blij. Zo simpel kan het dus zijn!”

Lokalen anders inrichten om meer maatwerk te kunnen bieden

Door lokalen anders in te richten heeft het Commanderij College meer differentiatiemogelijkheden gecreëerd voor leerlingen. Leerlingen kunnen nu kiezen uit verschillende werkplekken: een uitleggebied, losse tafels om geconcentreerd te werken, tafels in kleine groepjes, of een plek achter de pc. Wat is belangrijk tijdens zo’n verandering? Docent Elena Luderer: “Het beste is om kleine stappen te zetten en fouten te durven maken. Blijf dicht bij jezelf en bij je leerlingen en voer tussentijds open gesprekken met hen. Ze houden je meestal een eerlijke spiegel voor en zijn welwillend en tegelijkertijd kritisch, ook naar zichzelf. Samen bereik je de beste resultaten.”

Gemotiveerder door BYOD

Op CSG Het Streek kunnen docenten door de invoering van BYOD (Bring Your Own Device) en de scholing die ze hierin hebben gekregen, beter variëren in werkvormen en in moeilijkheidsgraad van de opdrachten. Samenwerken is makkelijker geworden doordat producten snel kunnen worden gedeeld of zelfs in real time gezamenlijk ontwikkeld worden. Docent Marina de Waal: “Door BYOD hebben leerlingen meer keuzevrijheid, zijn ze gemotiveerder en werken daardoor ook harder dan eerst.” Bekijk bijvoorbeeld hoe docenten de tool Fakebook gebruiken voor het vak geschiedenis.

Blended learning: meer diversiteit en werken op eigen tempo

Na een succesvolle pilot tijdens de leerlabperiode starten alle brugklassen op het Heerbeeck College dit schooljaar met een device. Over enkele jaren wil de school alle leerlingen onderwijs bieden volgens het concept ‘blended learning’, zodat leerlingen naast boeken ook digitale middelen kunnen gebruiken. In het begin werden de devices nog niet heel eenduidig ingezet voor verschillende vakken. Daarom worden er nu regelmatig bijeenkomsten georganiseerd om good practices te delen. Lees ook hoe het werken in een open leercentrum heeft bijgedragen aan het differentiëren op school.

Meer eigenaarschap voor leerlingen door kleinschalige en grootschalige veranderingen

Voor het RSG Lingecollege heeft deelname aan het leerlab zowel kleinschalige als grootschalige veranderingen opgeleverd. In het klaslokaal hebben docenten geëxperimenteerd met handige tools, bijvoorbeeld om te kunnen monitoren welke leerlingen meer ondersteuning nodig hebben en wie het juist te gemakkelijk heeft. Op grotere schaal is de brugklas met een andere manier van planning gestart in de vorm van weektaken. Een leuke ontwikkeling is ook de oprichting van het i-Team: iedere dinsdag, in de grote pauze, is er een spreekuur waar alle leerlingen en docenten binnen kunnen lopen met vragen over de devices.

Versneld examen en herziening onderwijstijd

Het Zwijsen College zette voor alle vakken een traject op waarin vwo-leerlingen versneld examen kunnen doen. Om nog meer flexibiliteit in te bouwen werkt de school momenteel aan een herziening van de onderwijstijd. Bijvoorbeeld door middel van flexibele lessen van een (half) uur, lessen Onderzoeken & Ondernemen en 0e uren voor verdieping of ondersteuning. Docent Roy van Ravensteijn: “De onomkeerbare stap voor ons is dat we afstand doen van onze oude onderwijsinvulling en dat we definitief overgaan naar een herziening van de onderwijstijd.”

Groeimatrix en driehoeksgesprekken

Het Olympus College geeft leerlingen meer regie over hun leerproces met behulp van een groeimatrix. Dit is een rubric die ingezet wordt voor de ontwikkeling van vaardigheden. De groeimatrix wordt als hulpmiddel gebruikt in driehoeksgesprekken met leerling, docent en ouders, waarbij de leerling ‘the lead’ heeft. Die gesprekken gaan niet vanzelf, ziet docent Nico Taminiau: “Leerlingen geven aan het lastig te vinden zelf ontwikkelpunten te benoemen. Ook vinden ze het nog moeilijk om goede vragen te stellen die meer helderheid geven over ‘waar je staat’ in je ontwikkeling. Dit is iets waar we voortdurend aan werken: interpretatie en reflectie.”

Continue Reading

Video: 6x maatwerk in de klassikale context

Klassikaal onderwijs, maar tóch maatwerk leveren. De scholen uit het leerlab Klassikale context – midden laten in een Leerlabjournaal zien hoe dit er bij hen uitziet. Bekijk de video voor 6 voorbeelden van maatwerk in de klassikale context.

Het leerlabjournaal is geïnspireerd door het schooljournaal van CSG Groene Hart. Docent Media en Expressie Wim Zwart produceert tweewekelijks een schooljournaal met zijn leerlingen en maakt daarbij gebruik van scrum in de klas. Voor het leerlab is het journaal een mooie manier om de ontwikkelingen van de afgelopen twee jaar te laten zien.

Bekijk het complete leerlabjournaal of bekijk de losse items onder dit filmpje.

Aansluiten op de leerbehoefte van ieder kind

MY college heeft gepersonaliseerd leren ingevoerd op basis van het Zweedse Kunskapsskolan model. Coaching is hierbij essentieel en leerlingen zien hun coach dan ook wekelijks. Leerling: “De coach vraagt wat je deze week doet en wat je vorige week hebt gedaan en of je je doelen hebt behaald.”

Differentiëren met studiewijzers

Het Jan Tinbergen College maakte voor alle brugklasleerlingen voor elk vak een studiewijzer met extra leermateriaal. Docent Peter Blijeveld: “Het helpt mij als leerlingen hun materiaal altijd kunnen vinden. Zo kunnen ze thuis, of waar ze ook zijn, altijd aan het werk.” Op werkmiddagen komen docenten bij elkaar om studiewijzers te maken en ‘good practices’ te delen. “Door dit samen te doen kunnen we ook in gesprek over de didactische uitgangspunten die een gezamenlijke studiewijzer zou moeten hebben. Twee vliegen in één klap.”

De vijf rollen van de leraar

Het Driestar College Lekkerkerk maakt gebruik van een lesobservatieapp, waarmee docenten bij elkaar in de les kunnen kijken. Docenten geven elkaar feedback op de vijf rollen van de leraar: gastheer, presentator, pedagoog, didacticus en afsluiter (en recentelijk toegevoegd: leercoach). Zo reflecteren docenten op hun eigen handelen in de klas en bedenken ze samen hoe ze meer maatwerk kunnen bieden.

Vakken op hoger niveau

Op CSG Groene Hart kunnen vmbo-leerlingen vakken volgen op havo-niveau. Leerling Marit: “Als mijn klasgenoten huiswerk krijgen, werk ik vooruit. Als ik iets niet snap, vraag ik het gewoon. Alleen ik krijg wel minder uitleg dan normaal, dat is soms wel lastig.” Ook bood het leerlab trekker Wim Zwart budget en tijd om aan de slag te gaan met verschillende vormen van differentiëren.

Maatwerkuren en individuele coaching

Op het Kaj Munk College kunnen leerlingen uit mavo-4 maatwerkuren kiezen voor vakken waarvoor ze extra ondersteuning of juist verdieping willen. Bovendien heeft elke leerling een individuele coach. Teamleider Robert Claassen: “Leerlingen geven aan dat ze nu meer aandacht krijgen dan ze in het normale mentoraat kregen.” Uit een evaluatie van de maatwerkuren zijn wel wat verbeterpunten gekomen. “De leerlingen die nog niet aan het stuur van hun eigen leerproces zitten, gaan we nog beter begeleiden.”

Keuzes bieden

Op het Markland College leren leerlingen op het technasium aan de hand van onderzoeken en ontwerpen (O&O). Ze gaan aan de slag met een opdracht van een echte opdrachtgever. Leerling Tessa: “Ik vind het zo leuk dat je bij O&O heel dynamisch kan zijn in je ideeën en je eigen creativiteit daarin vrij kan laten.”

Continue Reading

8 inzichten op weg naar individuele leerroutes

Waar moet je allemaal rekening mee houden als je individuele leerroutes wilt inrichten voor leerlingen? Het leerlab Inrichten individuele leerroutes kwam tot 8 verschillende inzichten, van ruimte bieden in het rooster tot differentiëren met digitale tools.

Bekijk de 8 inzichten.

De 7 scholen in dit leerlab zijn allemaal op eigen wijze aan de slag gegaan met individuele leerroutes. Hun praktijkvoorbeelden zijn gebundeld in de interactieve pdf ‘8 inzichten op weg naar individuele leerroutes’. De 8 inzichten laten zien dat je de hele schoolorganisatie nodig hebt om individuele leerroutes mogelijk te maken, maar ook dat je als docent zelf veel ruimte hebt om maatwerk te leveren voor jouw leerlingen.

Maatwerk volgens leerlingen en docenten

In infographics, video’s en interviews maakten de scholen hun ontwikkelingen zichtbaar en kun je zien wat de meerwaarde van die ontwikkelingen is voor leerlingen en docenten.

  1. Doorbreek de klassenstructuur
  2. Werk samen met leerlingen
  3. Laat de leerling kiezen
  4. Wees als docent ook een coach
  5. Werk met vakoverstijgende projecten
  6. Werk samen met andere docenten
  7. Maak ruimte voor flexibilisering
  8. Maak gebruik van ict
Continue Reading