Ontwikkeltijd. Hoe richt je dit in?
Om ervoor te zorgen dat je schoolorganisatie een lerende organisatie is en blijft, is het essentieel dat iedereen binnen de organisatie zich blijft ontwikkelen. Dit gaat niet vanzelf. Dit vergt tijd, inspanning en soms ook aanmoediging. Hoe geef je als school invulling aan ontwikkeltijd? Waar moet je aan denken? Drie ervaringsdeskundigen uit de leerlabs Klassikale context en 21ste eeuwse vaardigheden geven uitleg.
Bijeenkomsten inroosteren
Allereerst verdient de organisatie van onderwijstijd aandacht. “Heel belangrijk, in het onderwijs is je tijd versnipperd, het vervliegt. Zeker als het gaat om ontwikkelen. Daar heb je duidelijk vastgestelde momenten voor nodig”, zegt Berdien Steffen, voormalig onderwijscoördinator op het Montessori Lyceum Flevoland (MLF) en momenteel docent natuurkunde. Op het MLF is vorig jaar een groepje van vijf docenten gestart met het samen ontwikkelen van lesmateriaal. In eerste instantie werden er periodiek bijeenkomsten georganiseerd na schooltijd, zodat er geen lesuitval door veroorzaakt zou worden. Dit bleek een zwaar beroep te doen op deze docenten, waardoor er dit jaar voor gekozen is om deze bijeenkomsten in te roosteren tijdens de vergadermiddagen. “Het inhalen van wat ze op zo’n vergadermiddag hebben gemist, is toch flexibeler dan het inhalen van lessen en het is een minder grote belasting dan dat docenten in de avonduren aan de slag moeten”.
Tijd om oriënteren
Ook de hoeveelheid ontwikkeltijd is van belang. Anita Duineveld, beleidsmedewerker bij Dunamare Onderwijsgroep en vanuit die rol betrokken bij een project van het Schoter in Haarlem, spreekt uit ervaring. Samen met een team van acht docenten heeft ze vorig jaar een begin gemaakt bij het herinrichten van het vwo-onderwijs, waarbij de focus ligt op academische vaardigheden, vakoverstijgend werken en op een actieve deelname van leerlingen. “Het kost tijd om je in het begin te oriënteren, scholen te bezoeken en met elkaar te discussiëren en een mening te vormen. De projectgroep heeft een jaar lang, een dagdeel per week nodig gehad om uitgangspunten te formuleren, uit te werken wat hiervoor nodig is en om een leerjaar van het nieuwe vwo uit te werken.” Op Het Schoter hebben docenten zich op kunnen geven om deel te nemen aan de ontwikkelgroep. “Het voordeel is dat we samen aan de slag zijn gegaan met een groep enthousiaste docenten, waardoor de betrokkenheid en motivatie gedurende het schooljaar hoog was en bleef”, zegt Duineveld.
Gedachten structuren
Een algemeen gebrek aan tijd in het onderwijs maakt dat het van belang is dat ontwikkeltijd wordt gegeven aan docenten die van tevoren een goed plan hebben. Saskia Muller, coördinator studiebegeleiding en docent geschiedenis op het Gymnasium Novum, is vorig jaar met twee docenten een werkgroep gestart die zich bezighoudt met differentiëren in de klas. Om als docent in aanmerking te komen voor door de schoolleiding gefaciliteerde uren om aan de slag te gaan met differentiëren moest je een plan schrijven. Muller: “Ik denk dat het schrijven van zo’n plan wel mensen afschrikt, maar waarschijnlijk voornamelijk de mensen die wel graag ontwikkeltijd willen maar niet goed weten waarvoor ze het nodig hebben. De docenten die wel een idee hadden over waar ze mee aan de slag wilden, werden door het schrijven van dit plan gedwongen om hun gedachten te structureren en na te gaan wat ze wilden gaan doen en vooral wat ze daarvoor nodig hadden.” Duineveld voegt toe: “wanneer je vanuit de visie van school, samen met je team bekijkt welke stappen je wilt zetten, dan kun je samen aan de slag. Het vraagt ook iets anders als je samen gaat ontwikkelen. Iemand die dit proces begeleidt, bijvoorbeeld door als coach op te treden kan hier een goede bijdrage aan leveren. Dat kan een teamleider zijn, maar ook een docent.”
100 uur extra ontwikkeltijd
De VO-raad heeft in het voorjaar van 2016 het actieplan ‘Naar een aantrekkelijk lerarenberoep in een sterke sector’ gelanceerd. Een belangrijk speerpunt in dit actieplan is dat een voltijdsleraar per jaar 100 uur extra ontwikkeltijd moet krijgen. Deze extra ruimte voor docenten, kan volgens Muller voor een grotere en bredere ontwikkeling zorgen: “Onderwijsontwikkeling is altijd een soort van vrijwilligerswerk. Ik heb het altijd superleuk gevonden en ben hier dus eigenlijk al mee bezig sinds ik in het onderwijs zit. Je stopt er vaak meer tijd in dan je ervoor krijgt, maar je lessen worden ook beter en daardoor krijg ik meer plezier in mijn werk. Maar er zijn ook collega’s die, misschien wel terecht, zeggen: ‘Ik krijg er geen uren voor, dus ik ga het niet doen’. Het zou mooi zijn als ook deze docenten gewoon de ruimte krijgen om hun ideeën goed uit te werken en dat het niet iets exclusiefs blijft voor enkele enthousiastelingen.”
Realistisch blijven
Waar wel rekening mee gehouden moet worden, is dat docenten minder voor de klas zullen staan wanneer zij meer ontwikkeltijd krijgen. Dit heeft vooral zijn weerslag op de vakken waar al een tekort in is. “Het moet wel realistisch zijn. We krijgen hierdoor misschien wel vacatures die we niet kunnen vervullen. Hier moeten we wel oog voor hebben”, zegt Berdien Steffen. Toch zijn alle drie de ervaringsexperts het over een ding eens: meer ontwikkeltijd zal de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen en een belangrijke bijdrage leveren aan de school als een lerende organisatie.
Prachtig inspelen op het aanstaande lerarentekort. Het ziet er uit als een modernisering, maar het is………….inspelen op de ontstane situatie. De leerling staat straks (weer) in de kou en mag het zelf uitzoeken. Dat drama hebben we al voorbij zien komen in het mbo…..