Ook een klein begin schept grote vragen
Christelijk College Schaersvoorde werkt met een pilot rond gepersonaliseerd leren aan toekomstbestendig onderwijs. Hoe begin je en waar loop je tegenaan als je opschaalt?
Kunskapsskolan
In de lente van 2017 hakte de schoolleiding in overleg met de MR de knoop door: Schaersvoorde ligt in een krimpregio en besluit een pilot rond gepersonaliseerd onderwijs op te zetten. De school haakt daarbij aan bij het Kunskapsskolan-model. “Kunskapsskolan gaf onze aanpak een kader, trainingsmogelijkheden en focus”, vertelt Cor Slager, docent beeldende vorming. Hij is een van de vier leraren die sinds het begin sturing geven aan de pilot. “Met een gemotiveerd groepje mensen zijn we de pilot gaan ontwikkelen, naast ons reguliere onderwijs.”
Open blik
Het driejarige experiment begon met één eerstejaars GO-klas (Gepersonaliseerd Onderwijs) op havo/vwo-niveau. Cor: “Het kleinschalige begin gaf ons houvast om met open blik te experimenteren met vakontwikkeling, teamontwikkeling en de omgang met leerlingen. We hebben ook de vwo+-afdeling geïntegreerd, dus dat vroeg extra inzet voor verdiepend en onderzoekend leermateriaal. Officieel is er nog een weg terug. Tegelijkertijd realiseren we zulke fundamentele veranderingen richting gepersonaliseerd en flexibel onderwijs dat we niet meer terug kunnen – en ik ook niet zou willen.”
Kip of ei
Er was meteen animo genoeg voor de GO-klas; het eerste jaar meldden zich 34 eerstejaars aan. De school heeft ervoor gekozen om leerlingen niet te screenen, bijvoorbeeld op basis van vaardigheden die in de GO-klas aan bod komen. Maar afgezien van een havo/vwo-advies hanteert de school geen restricties. Cor ziet het als een kip-of-ei-verhaal: “Als je merkt dat leerlingen die vaardigheden missen, moet je hen dan niet juíst de kans bieden om die te ontwikkelen?” Ook houdt de school de pilotklassen niet bewust klein met bijvoorbeeld loting. “We willen enthousiaste leerlingen niet teleurstellen.”
Neus op de feiten
Ook de ouderbetrokkenheid bij de GO-klassen was direct hoog. “Daar wilden we ruimte aan bieden”, zegt Cor. “We hebben er handen en voeten aan gegeven in de vorm van een klankbordgroep. Die denkt mee, geeft feedback en drukt ons af en toe met de neus op de feiten. We merken dat ouders best geduld hebben met een school die aan het veranderen is, maar tegelijkertijd ook kwaliteit verwachten. Dat is ook logisch.”
De snelkookpan
De ontwikkeling van de pilot was kort. “In april 2017 viel het besluit, in augustus 2017 zijn we gestart.” Het GO-docententeam had nog geen halfjaar de tijd om te trainen met het verzorgen van maatwerkonderwijs, om de nieuwe onderwijsvorm organisatorisch in te bedden, en om ouders te informeren en leerlingen te werven. “Het voelde als een snelkookpan”, vertelt Cor. Hij ziet vooral de voordelen van die daadkracht: “Waar we mee trainen, brengen we meteen in praktijk. We zien dus direct het resultaat van onze inspanningen.”
De paradox
Ondanks de kleinschalige start bleek gepersonaliseerd onderwijs organisatorisch een flinke uitdaging op te leveren. “Het is een hele klus om maatwerkonderwijs te organiseren naast het reguliere onderwijs”, zegt Cor. “Het belangrijkste is de vraag hoe we aan de GO-klas de benodigde flexibiliteit kunnen bieden, zonder te botsen met de vaste kaders in de organisatie – lesuren, vakaanbod, de inzet van leraren. Daarover hebben we met roostermakers en schoolleiding heel wat gesproken.”
Loslaten en risico’s nemen
Cruciale factor in een schoolvernieuwing als deze is de manier waarop het betrokken team zich gaandeweg ontwikkelt, merkt Cor. “Wat je vooral nodig hebt, is durf. We experimenteren met totaal ander onderwijs, met een andere omgang met het curriculum, met beoordelen, met leerlingen. Dan moet je het lef hebben om oude gewoontes los te laten en risico’s te nemen. Dat lukt ons steeds beter. We zijn echt veranderd.” Het team is inmiddels praktisch zelfsturend als het gaat om de dagelijkse leiding over de GO-klassen. Toch blijft een actieve schoolleiding belangrijk. “Bij alle ontwikkelingen in de pilot moet de schoolleiding aangeven welke richting we opgaan.”
Kritieke fase
Elk jaar wordt het aantal GO-klassen uitgebreid: van oorspronkelijk één klas van ruim 30 leerlingen naar drie klassen komende zomer. Dat brengt weer nieuwe uitdagingen met zich mee. “Bij elke uitbreiding belanden we even in een kritieke fase. Op organisatorisch vlak, maar ook omdat we collega’s uit het ‘reguliere’ onderwijs beïnvloeden. Die hebben soms minder zin, of gewoon een andere mening. Het is dan zaak om te blijven communiceren en de dynamiek binnen het team goed te houden.” Bij de werving van collega’s legt het GO-team vooral uit wat gepersonaliseerd onderwijs in de praktijk betekent. “We geven een realistisch beeld, met voor- én nadelen. Dat werkt het beste.”
Coachende rol
Hoe bevalt de nieuwe manier van werken? Cor windt er geen doekjes om: “Deze ontwikkeling is heel intensief.” Het helpt hem om altijd het resultaat van zijn werk in het oog te houden. “Het is gaaf om te zien hoe leerlingen echt invloed kunnen hebben op hun leerproces en daarbij hun zelfstandigheid ontwikkelen.” Ook zijn eigen coachende rol daarin motiveert hem. Cor: “Die coaching vind ik een gouden zet. We helpen leerlingen antwoord te geven op hun leervragen, daar hebben ze echt baat bij. Al verlangen ze heus nog weleens naar een leraar die gewoon vertelt wat zij moeten doen!”
Wil je weten welke vragen en antwoorden er leven over gepersonaliseerd leren bij andere leraren? Ga naar Edualdo.nl.
Meer lezen
Tips voor het invoeren van een nieuw onderwijsconcept
7 tips voor een veranderproces op jouw school
Comments are closed.