Snel naar:
Kern
Bij de introductie van een nieuwe vakgerichte vaardigheid passen docenten ‘modelleren’ toe; ze doen bepaalde handelingen voor. Denk hierbij aan schoonmaken, koken en techniek. De docent nodigt vervolgens de leerlingen uit om deze vaardigheden te oefenen en zelfstandig toe te passen. Tijdens deze oefenfase wordt de Stap-voor-Stap-app (SvS-app) als ondersteunend instructiemateriaal en geheugensteun gebruikt. De vakdocent maakt vooraf de lesinstructie met de app in de vorm van instructietekst, foto, audio of korte video. De lesinstructies in de SvS-app worden ter ondersteuning ingezet:
- Bij het ontwikkelen en inslijpen van vaardigheden als herhalende routinematige handelingen, bijvoorbeeld het schoonmaken van sanitair en interieur.
- Bij het op correcte wijze uitvoeren van achtereenvolgende handelingen, zoals bij het koken van gerechten en als middel voor het aanleren van arbeidscompetenties.
- Bij een eenmalige, complexe opdracht tijdens de ‘meesterproef’ in het PRO.
- Tijdens ‘peer-learning’ door leerlingen: de ene leerling voert uit, de andere leerling bekijkt de SvS-app en geeft aanwijzingen of controleert de uitvoering.
Het effect en de impact van de SvS-app is afhankelijk van de kwaliteit van de gemaakte lesinstructie door de vakdocent.
Praktijk
Vakdocenten die ervaring hebben in het maken van lesinstructies met de SvS-app geven de volgende aanbevelingen:
- Begin met het maken van een ‘storyboard’ en beschrijf stap voor stap welke instructietekst, foto en video het aanleren en toepassen van de vakgerichte vaardigheid vraagt.
- WAT - wat is het leerdoel?
- WAARMEE - welke materialen heb je nodig?
- HOE - hoe ga je het doen?
- EXTRA - aanvullende bronnen, opdrachten en informatie?
- Wat betreft de kwaliteit van het materiaal (tekst, foto, video, audio) geven docenten en SvS-coaches de volgende aanbevelingen:
- Gebruik beeld (foto/video) passend bij de authentieke oefensituatie en breng alleen de handeling in beeld uitgevoerd door een niet herkenbaar
- Gebruik bij voorkeur foto’s om een meervoudige handeling in stappen op te delen.
- Gebruik een korte video (max. 20 seconden) om essentiële bewegingen van een vaardigheid te verduidelijken.
- Fotografeer objecten of handelingen tegen een rustige achtergrond.
- Verwoord de instructie in korte, begrijpelijke teksten.
- Laat bij het inspreken van de audio geen stiltes vallen, spreek neutraal en op hetzelfde volume in.
- De beelden zijn ondersteunend aan de instructie.
- Het invoegen van een reflectievraag op een handeling of deelproduct in de lesinstructie zorgt ervoor dat de leerling tijdens een proces even stilstaat.
- Zo kan tijdens lesinstructies een fotovraag worden ingevoegd: ‘fotografeer je (tussen)product’ en een reflectievraag: ‘hoelang moet de kwarktaart in de koelkast opstijven?’ of ‘waarom moet de deksel schuin op de pan soep staan?’.
- Bij een grotere opdracht, bijvoorbeeld het maken van een staande lamp bij techniek, komen meerdere vakgerichte vaardigheden aan bod (zagen, vijlen, verven, elektra/installatie). Kies er dan voor om per vakgerichte vaardigheid een lesinstructie te maken. Ook bij het schoonmaken van sanitair kunnen de lesinstructies worden opgesplitst in voorcontrole, schoonmaken van het toilet, schoonmaken van de spiegel, etc.
- Start met een basislesinstructie, probeer die uit, observeer als docent het handelen van de leerling en luister naar de feedback van de leerlingen. Gebruik die om de lesinstructie te verbeteren.
Quotes
- “Met behulp van de SvS-app weet ik precies wat ik moet doen, mijn docent hoeft mij niet meer te helpen!”
- “Ik kan in de SvS-app alle stapjes die ik moet uitvoeren snel en eenvoudig vinden: het geeft mij overzicht en houvast.”
- “Alle spullen die ik nodig heb voor de taak kan ik duidelijk vinden in de SvS-app!”
- “Ik vind het leuk dat ik foto’s mag maken van mijn werk: samen met mijn docent bespreek ik dan makkelijker na hoe het ging.”
- “Ik zie wat ik moet doen, dat is fijn.”
- “Meestal luister ik naar de instructies, dat vind ik makkelijker, dan hoef ik lekker niet te lezen!”
- “Eigenlijk staat deze oude stappenkaart nu op de iPad: de iPad praat, deze kaart niet!” (leerling laat een ‘analoge’ stappenkaart zien).